Heesch – Drinkwater kwaliteit is essentieel voor de gezondheid van het varken. Vaak zien we dat dit nog een ondergeschoven onderwerp is. Lees in onderstaande artikel van onze collega Johan Hulzing wat u kunt doen om uw waterleidingen zo optimaal mogelijk te benutten.

Drinkwater is een essentieel onderdeel voor een gezonde varkenshouderij naast voeding en klimaat. Drinkwater moet aan 3 criteria voldoen, namelijk smakelijk zijn, geen schadelijke stoffen bevatten en permanent beschikbaar zijn. Het permanent beschikbaar zijn is niet alleen wettelijk geregeld (dieren ouder dan 2 weken moeten permanent de beschikking hebben over water), maar ook bovenwettelijk via IKB. Zeugen in het kraamhok hebben behoefte per dag aan 20-30 L water, dragende zeugen al snel 15 L water, gespeende biggen 0.7-2.0 L water en vleesvarkens van 3.0 tot 10 L water afhankelijk van het gewicht. Daarnaast is de nippelopbrengst belangrijk en deze is ook weer afhankelijk van de diercategorie. De nippelopbrengst moet bij de zeugen 1.5 tot 4.0 L zijn, bij gespeende biggen 0.5-1.0 L en bij de vleesvarkens 1.0-1.5L (bron: Zakboek varkens 2013).

Drinkwater kan via leidingwater beschikbaar worden gesteld, maar ook via bronwater. Bedrijven met bronwater moeten dit jaarlijks verplicht chemisch laten onderzoeken bij een laboratorium bijvoorbeeld de GD te Deventer. Het chemisch laten onderzoeken is niet zonder reden, immers er gaan nogal eens zaken niet goed met als gevolg dat of de dieren het water niet smakelijk vinden of er zijn schadelijke stoffen in het systeem gekomen. De smakelijkheid kan negatief beïnvloed worden door componenten zoals ijzer, mangaan, calcium en/of chloor. Veel bedrijven met bronwater hebben daarom vaak een filter geplaatst om bezoedeling te voorkomen. Ook schadelijke stoffen kunnen drinkwater negatief beïnvloeden, dit zijn bijvoorbeeld nitriet of nitraat. Deze stoffen kunnen ook in het systeem komen door terugslag van het water afkomstig uit de luchtwasser in het drinkwatersysteem. Tenslotte is de zuurgraad ook belangrijk. Een te hoge zuurgraad (basisch) kan aanleiding geven tot bacteriegroei; een te lage zuurgraad (zuur) drinkwater is niet smakelijk meer.

Vervolgens zijn de leidingen in het systeem gemaakt van ijzer, koper, tyleen of PVC. Hoe poreuzer de leiding des te meer risico op het ontstaan van schadelijke effecten. De voorkeur gaat uit naar PVC-leidingen met een kenmerk van HD80-100.

Wat kan er misgaan?
Als er onvoldoende water wordt of kan worden opgenomen dan zien we een verminderde voeropname. Dit heeft in de kraamhokken minder melkproductie tot gevolg resulterend in minder groei van de biggen en eventueel meer uitval. Idem bij de gespeende biggen en vleesvarkens. Als het drinkwater van een slechte kwaliteit is, resulteert dit vaak in een aangetaste darmgezondheid resulterend in diarree. En met name bij de gespeende biggen rond het speenmoment is dit funest.

Waar kan het mis gaan?
Ten eerste kan het al mis gaan bij de herkomst van het water, namelijk bronwater. Het jaarlijks controleren is verplicht en in feite is het beschikbaar stellen van bronwater zeker niet goedkoper meer dan leidingwater als voorheen. De GD heeft zelfs geconstateerd dat een derde van het ingezonden bronwatermonster niet geschikt is. Met name in de kraamhokken zien we vaak significante verbeteringen na wijziging van bronwater naar leidingwater, al voldoet het bronwater aan de criteria (smakelijkheid?). Vervolgens is er vaak de misperceptie dat na een gunstige uitslag van het onderzoek van het bronwater aan de tap het op dierniveau (aan de nippel) ook in orde is. Hetzelfde geldt voor leidingwater. Leidingwater voldoet zelfs aan humane eisen, maar op dierniveau kan het zeker mis zijn. De reden is dat er in de leidingen een microbiële bezoedeling kan plaatsvinden. De microbiële bezoedeling wordt aan de hand van Entero’s, kiemgetal en gisten/schimmels in kve/ml uitgedrukt. Daarnaast wordt ook vaak de pH (zuurgraad) onderzocht. Bij de onderstaande afbeelding kunt u zien waar het allemaal mis kan gaan (Bron GD).

Naast de microbiële bezoedeling kan er ook te weinig waterdruk aanwezig zijn om de dieren van voldoende water te voorzien of zelfs de reden zijn voor een microbiële bezoedeling. De oorzaak van te weinig druk kan reeds gevonden worden in de breektank, reduceerventiel, dicht geslipte leidingen en/of de soort drinknippels.

Oplossingen
Een goed drinkwatersysteem is belangrijk. Laat een specialist meedenken met het aanleggen van het systeem. Fouten in het systeem, zowel de opzet als gebruikte materialen kunnen voor problemen zorgen. Verwijder zeker de vlotterbakken! Vervolgens is onderhoud van het systeem essentieel en moet in feite na iedere ronde plaatsvinden. Het reinigen van de leidingen vindt plaats door middel van goed spoelen en het eventueel inzetten van waterstofperoxide voor het verwijderen van de bio film (gisten en schimmels) in de leidingen. Daarnaast worden er ter bestrijding van Entero’s zuren ingezet. Tenslotte moet de waterdruk goed gereguleerd worden. Als er vragen over zijn, raadpleeg dan ook de specialist.