Slingerziekte en speendiarree; ze worden vaak in één adem genoemd en komen beide voornamelijk voor bij gespeende biggen, maar het zijn wel degelijk twee heel verschillende ziektebeelden. Hoewel ze allebei door een Escherichia coli (E. coli) worden veroorzaakt, is de manier waarop ziekte ontstaat heel verschillend.

E. coli is een veelvoorkomende bacterie die van nature voorkomt in varkens en andere zoogdieren, meestal zonder ziekte te veroorzaken. E. coli kan echter ook tot ziekte leiden, zoals speendiarree (ETEC, die entero-toxine produceert) en slingerziekte/oedeemziekte (VTEC, die Shiga-toxine produceert).

Beeld speendiarree in de stal:
• Meestal 3-7 dagen na spenen
• Waterdunne, gele tot lichtbruine diarree (soms braken ervoor)
• Goede eetlust, veel drinken
• Eindfase: diepe, stotende ademhaling en diepliggende ogen
Diarree op roostervloer • Sterfte kan tot 30% oplopen

Beeld oedeemziekte in de stal:
• Meestal 10-14 dagen na spenen
• Oedeem (vochtophoping) in onder andere bovenoogleden, te zien aan zwelling
• Slome biggen die soms blind lijken
• Biggen met incoördinatie en slechte balans
Big met dikke oogleden • In vroege gevallen: een piepend/hees stemgeluid
• Diarree kan voorafgaan aan andere verschijnselen
• Biggen in zijligging/ fietsen
• Plotselinge sterfte die hoog kan oplopen

Diagnose, therapie en preventie zijn grotendeels hetzelfde
Een vermoeden van zowel speendiarree als oedeemziekte kan bevestigd worden met mestonderzoek en/of door sectie op biggen te doen. Ook bij speendiarree is sectie raadzaam (naast mestonderzoek), aangezien het type ETEC ook in gezonde biggen kan voorkomen. Therapie bestaat uit antibioticum over voer of door water. Daarnaast kunnen elektrolyten en extra water worden gegeven in biggenkommen, om herstel zo veel mogelijk te bevorderen.

Preventie is het belangrijkst!
• Zorg dat de biggen voor het spenen veel vast voer hebben leren eten.
• Zorg voor genoeg voerplaatsen voor de biggen na spenen. Voorkom echter een overmaat aan voeropname; dit is een risicofactor voor het ontstaan van oedeemziekte.
• Water aanzuren.
• Hygiënisch werken (reinigen en desinfectie na elke ronde; werken van jong naar oud; materiaal en handen reinigen).
• Zorg voor schoon en fris drinkwater.
• Werk zo veel mogelijk all-in-all-out.
• Voorkom stress zo veel mogelijk (zo min mogelijk mengen bij opleggen, voorkom koude afdelingen).
• Er zijn in Nederland enkele vaccins geregistreerd tegen oedeemziekte bij gespeende biggen. Informeer bij uw dierenarts naar mogelijkheden.