Sinds 1991 worstelt de Nederlandse varkenshouderij met een virus. Je zou denken dat we het in 2020 dan wel weten hoe we dit virus aan moeten pakken. Waar staan we nu?

Wat doet het virus eigenlijk?
Het PRRS-virus heeft twee voorkeurslocaties: de baarmoeder met biggen en de longen. Het virus kan de baarmoeder binnendringen vanaf 80 dagen dracht waardoor de dracht zelf (abortus en vroeggeboorte) én de biggen (dood en zwak) eraan gaan. In de longen vermenigvuldigt het virus zich op belangrijke afweercellen. Hierdoor gaat vooral de afweer tegen ándere infecties onderuit.

Hoe verspreidt het zich?
We maken ons grotere zorgen over de insleep van andere virussen. PED, (Afrikaanse) varkenspest … De aandacht daarvoor kan niet groot genoeg zijn. Er blijft wel één groot risico, waarmee de ramp in Denemarken ons pas nog goed wakker heeft geschud. Een ki-station raakte besmet met een virus (dat ook nog erg veel lijkt op twee vaccinvirussen) en leverde sperma aan enkele ‘naiëve’ bedrijven.

 

Figuur 1: Verschijnselen van PRRS (Porcine Respiratory and Reproductive Syndrome)

En wat gebeurt er dan binnen het bedrijf?
Elk bedrijf heeft een ‘virusdynamiek’. Daarmee bedoelen we dat het virus zich binnen een bedrijf handhaaft of niet! Je kent de uitdrukking wel: zonder infectie, geen infectie ziekte. Hierdoor wordt de nadruk vaak gelegd op het voorkomen van infecties. Prima voor de meeste ziekten,
maar wat als je infectie eigenlijk niet kan voorkomen? En sterker, als de infectie in een naïef dier (een dier dat nog nooit met het virus in aanraking is geweest) veel erger verloopt dan in een dier dat al immuniteit heeft opgebouwd? Is het dan nog wel slim om zoveel mogelijk infectieroutes af te sluiten? En wat zegt de monitoring met bloedjes, kauw touwen, secties nu eigenlijk echt?
Dat het er toch zit (wisten we al), dat het er niet zit (maar volgende week misschien wel) … En als we virus vinden én symptomen, worden de symptomen wel door het PRRS-virus veroorzaakt? Om gek van te worden! Gelukkig hebben onze varkensartsen door de jaren heen methoden en kennis ontwikkeld om ”op maat” de juiste diagnostiek uit te voeren. In het achterhoofd altijd: waar wil het bedrijf heen? Hoe voorkomen we schade?

Maar wat dan wel? Vaccineren?
Dat doen we al vanaf het eerste beschikbare vaccin. Dat ‘Amerikaanse type’ vinden we nog steeds op bedrijven. Ook op bedrijven die er nooit mee gevaccineerd hebben. ‘Hadden we nooit moeten toelaten’, kun je achteraf stellen. Maar zijn de huidige levende vaccins dan beter? Of veiliger? Zolang er maar één leverancier was, wilden we dat allemaal graag geloven. Nu er vier zijn komt de kritiek pas goed los. De (negatieve) reclame dat dood vaccin ‘niets doet’ is gelukkig ook verstomd. Oké, dat vaccin beschermt alleen het einde van de dracht en alleen in een besmet bedrijf. Daarom is het zoveelste entschema: eerste levend vaccin en dan het dode, tot nu toe redelijk succesvol. Daarnaast blijkt ook het 6-60 schema op veel bedrijven van waarde te zijn

Met gebruik van een goed vaccinatieschema is veel schade te voorkomen. Echter de frustratie van PRRS-doorbraken blijft ook….

Waar gaan we naartoe?
Voor mesters is het duidelijk:
1. Geen virus, geen problemen. Maar koop je biggen van een andere herkomst, dan zijn de naiëve varkens waarschijnlijk aan de beurt. (*)Niet eens van het virus zelf maar beeld je even in wat er in de longen gebeurt als 70% van de witte bloedcellen eraan zijn gegaan …
2. Wel virus (veldvirus of vaccinvirus maakt niet uit) maar ook bescherming, geen probleem.
3. Virus en (nog) geen bescherming (zie 1. vanaf *).
Voor de vermeerderaar:
Als je erin slaagt om alle gespeende biggen (de ‘PRRSpomp’) af te voeren, word je waarschijnlijk vrij snel virusvrij. Uiteraard is het dan wel zaak om PRRS vrije biggen te vermarkten.In alle andere situaties is het belangrijk om te weten hoe je een stabiele (besmette) populatie houdt. En dat is niet eenvoudig. Alle looplijnen, het entschema, de insleep … Op veel bedrijven veranderen deze factoren sneller dan de tijd die je nodig hebt om de virusdynamiek te beoordelen. Waar we gewend zijn aan snelle evaluatie (geboortediarree op een paar weken, mycoplasma en circo na een half jaar) moet je voor PRRSvirus misschien wel een paar jaar uittrekken.

Coöperatie Varkensartsen is er van overtuigd dat met een flinke inspanning de Nederlandse varkensboeren een flinke slag kunnen slaan met betrekking tot het elimineren van PRRS.

Via subfok en vermeerderaars kunnen met de juiste keuzen de vleesvarkensstallen uiteindelijk óók PRRS-vrij worden.

Onthoud: we weten hoe een bedrijf PRRS-vrij kan worden. Het is nu zaak om de stap te durven zetten!

Meer weten? Vraag het onze varkensartsen!